Narcissus Narcis, paasbloem, paaslelie

Algemeen

Er bestaat een grote reeks narcissen waarbij Narcissus-hybriden de belangrijkste zijn. Ze komen voor in vele vormen en kleuren: trompet of bijkroon, kroonslippen, vlakke, grote en kleine bloemen van 5 tot 10 cm doorsnede en met trompetten van 1 tot 7cm in geel, wit, room, oranje, roze en rood.

De narcissen zijn in groepen ingedeeld en naast de hybriden zijn N. bulbocodium, N. cyclamineus, N. Jonquilla, N. poeticus, N. tazetta en N. triandrus belangrijkste aanwinsten voor tuin, snijbloem, pot en rotstuin.



Onderhoud

Narcissen gedijen in elke normale goed bewerkte, gedraineerde, voedzame, niet te droge tuingrond. Het is goed om vooraf te bemesten met oude verteerde stalmest of compost en tijdens de groei extra bemesting te geven van samengestelde meststof.

Narcissen wensen een kalkrijke, niet natte standplaats. Plant de bollen zodra ze beschikbaar zijn. Vroeg planten (augustus - september) geeft reeds een mooi resultaat het eerstvolgende bloeijaar.

Botanische narcissen worden over het algemeen minder diep geplant (10 cm) dan de grootbloemige hybriden. Ze verkiezen een bodem met turf en bladgrond.
Plantdiepte: in principe geldt dat de bollen driemaal zo diep geplant worden als de hoogte van de bol. Plantafstand: 15-20 cm.

Tips

  • Als de narcissen te dichtgegroeid zijn (na ongeveer 5 jaar), worden de bollen na de bloei gerooid als het blad verdroogd is. Bollen drogen, reinigen en bewaren op een Iuchtige droge en koele plaats tot de planttijd in augustus – september - begin oktober.
  • Verdeel de oude en jonge bollen. De grote maten kunnen in border of perk en de kleinste bollen op rijen planten in vruchtbare grond waar ze na twee jaar tot bloeibare bollen ontwikkelen.
  • Maak narcisgroepen van 15 à 20 bollen voor grote ruimten en 5 à 10 voor kleinere oppervlakten.
  • Poetaz-narcissen (kruising van Poeticus x Tazetta) bloeien in trossen van 5-8 bloemen, zij zijn zeer geschikt voor teelt in pot en in schalen in huis.
  • Loof moet afsterven op de bol om reserve voor volgend seizoen te vergaren. In verwildering en zeker in gazon mag slechts rond de narcisgroepen gemaaid worden tot ze volledig droog zijn. In border of bloemperk laten we de bladeren rustig afsterven, daartussen kunnen we reeds andere zomerbloeiende perkplanten zaaien of planten.
  • Voor speciale en vervroegde kamercultuur zijn N. cyclamineus `Tête a tête' en de Tazetta trosnarcis `Paperwhite' aangewezen. Plaats de bollen op grint of keitjes, vul water tot onder de bollen, zorg dat de bollen niet omvallen. De boltoppen (neuzen) blijven vrij. In koele plaats laten ontwikkelen. Deze forcering kan gedaan vanaf half augustus tot in januari. Opzet augustus voor bloei begin december, voorzie ongeveer 3-4 maanden.
  • Narcissen als snijbloem een paar uren afzonderlijk in water zetten om de siroopachtige sapstroom te doen stoppen. Nadien in gecombineerde ruikers brengen met andere bloemen. Het narcissap verkort namelijk de houdbaarheid van snijbloemen in de vaas.
  • Gele trompetnarcis en de witte poeticus narcis zijn bijzonder geschikt voor verwildering in grote grasvelden, weiden.

Keuzemogelijkheden

Het kleurengamma bij narcissen ligt beperkt binnen de witte en gele tinten, maar hun bloeitijd maakt alles zo waardevol, en er is te kiezen uit verschillende groepen:

  • Trompetnarcis: (bloei maart 40- 50cm hoog);
  • Grootkronige narcis: (bloei april, 40-50 cm h.);
  • Klein-/ kortkronige narcis: (bloei maart- april, 40-50 cm h.);
  • Dubbele/Gevuldbloemige narcis: (bloei april, 35-40 cm h.);
  • Tazetta narcis: niet winterhard, (bloei april-mei in openlucht of vanaf december in huis, 30-50cm h.);
  • Poetaz narcis: winterhard kruisingsprodukt van Poeticus x Tazetta. (bloei april, 30-40cm h.);
  • Poeticus of dichtersnarcis: (bloei mei, 40-50 cm h.);
  • Narcissus cyclamineus: (bloei maart-april, 15-25cm h.);
  • Narcissus triandrus: (bloei maart-april, 15-30 cm h.);
  • Narcissus jonquilla: (bloei april-mei, 25-50 cm);
  • Narcissus bulbocodium: dwergnarcis (bloei maart-april, 8-15cm h.).